Onze weg richting Port Lincoln was voornamelijk nat. Het was lang rijden en Inez kreeg honger. Een abrupte ingeving bracht ons aan de kant van weg, in de koude en regen. We schuilden onder een afdakje en maakten daar een eitje met spek. Gewoonweg schitterend (lees zeer sarcastisch, mocht dat nog niet duidelijk zijn :-D) In totaal reden we 600 kilometer vooraleer we arriveerden in Port Lincoln. De landschappen veranderden naar duinen, zee en akkers vol met graan. Onze camping bood ons een plekje met zicht op een mooie baai.
We startten de volgende ochtend met het wassen van onze kleren. Hier kregen we van enkele locals prachtige tips over Western Australia. We noteerden gretig alles en zorgden er voor dat we ze niet zullen overslaan. We kregen ook de tip mee om zeker het Nationaal Park van Port Lincoln te bezoeken. De eerste weg die je neemt in het park neemt je over grote heuvels. Al een geluk zijn alle wegen asfalt. We kregen de tip mee om Wanna te bezoeken in het park. Hiervoor moesten we een eerste afslag maken. We kwamen terecht op een grind weg vol met stenen, putten en zand. Best geschikt voor de iets betere 4×4 voertuigen, maar we besloten toch om hem te nemen. Tien kilometer lang hobbelden we over de weg. Aangekomen hadden we een prachtig zicht op de oceaan. Onze tweede stop was aan de Stamford Hill lookout. We waren vooral blij dat we hier nog eens een wandeling konden maken na al dat autorijden. We stapten 45 minuten naar boven en kregen heel mooie uitzichten over Port Lincoln en verschillende baaien. Inez vond het een goed idee om een nachtje te kamperen in het Nationaal Park. We boekten ons een plek op de Horse Rock Camping. Deze plek lag perfect aan de baai. Na 200 meter rijden over een weg vol met stenen en putten kwamen we aan. We waren volledig alleen en plaatsten onze auto zo dicht mogelijk aan het strand. We moesten maar enkele stappen uit onze tent zetten en we stonden met onze voeten op het strand. Een prachtig privé strand voor ons alleen. We plaatsten onze tafel en stoelen en genoten van een aperitief en ons avondeten op het strand. Nadien maakten we een wandeling over het strand. Hier kwamen we enkele pelikanen en zwarte zwanen tegen. Iets verder op een rots in het water spotten we ook enkele pingiun’s. ’s Avonds genoten we van een zonsondergang dat een prachtige roze gloed vormde op het water. Fantastisch! Voor we onze ogen dichtdeden genoten we vanuit onze tent nog even van de prachtige sterrenhemel en het kabbelende water.
’s Ochtends werden we wakker met de zon op onze snoet en het strand en de zee aan onze voeten. Na nog lang nagenieten in onze tent namen we een ijskoude bush douche. Deze was zeer koud. Inez ging voor de volledige douche. Ik hield het voor bekeken en waste enkel mijn haar. Nadien spoelde ik mezelf nog even snel af onder de douche om toch nog dat propere gevoel na te streven. We namen rustig de tijd om te ontbijten en op te ruimen. We reden richting de stad om Honda steering fluid te gaan zoeken voor onze auto. Deze vonden we bij Repco. Nadien maakten we een afspraak bij de garage voor een transmission service, het verwisselen van onze timing belt en ons deurslot te laten maken. Hier mochten we morgenochtend voor terugkomen. We reden terug naar de camping en genoten van een namiddag blog bijschrijven, lezen en heerlijk bijpraten. Tot onze verbazing zagen we weer enkele dolfijnen in de baai voor ons.
Onze auto moest zo vroeg mogelijk binnen en we besloten om 6u45 op te staan. Rond 8u30 reden we de auto in de garage. Ongeveer een vier-tal uren zouden we hem kwijt zijn. We bezochten bepaalde stukken van de stad, maar dit bleef beperkt tot enkele brasseries, het informatiecentrum en een cafeetje. Veel was hier ook niet te doen. Zeven uur later mochten we eindelijk de auto ophalen. Omdat we hier geen vast adres hebben werden we geklasseerd onder Nomads 😀 We reden richting Coffin Bay. Dit kleine dorpje had niet super veel te bieden, maar de rust en uitzichten waren best aangenaam. We kwamen wat later op de camping aan, maakten eten en genoten van een glaasje wijn. Net op het moment dat we onze tanden gingen poetsen kwamen we een kangoeroe tegen. Het blijft toch steeds leuk om deze beesten in het wild van zo dichtbij te kunnen bekijken.
Om zes uur in de ochtend werd ik wakker van een acht-tal kangoeroes die voorbij onze tent liepen. Ik maakte Inez wakker zodat ze kon meekijken. De camping was best aangenaam, maar honderden papegaaien die heel de dag van zonsopgang tot zonsondergang lawaai maakten stoorden ons toch een beetje. Ondertussen werd ik dan nog eens meermaals bijna aangevallen door magpie vogels. De meeuwen die ons eten wilden komen pikken waren voor Inez dan weer een nadeel. We vroegen om onze tweede dag door te brengen op een plaats met stroom. Hier zaten we iets meer afgezonderd en konden we al onze apparaten nog eens opladen. We spendeerden de volledige namiddag op de camping en zagen nog enkele emu’s passeren. Toch steeds indrukwekkend die grote vogels. Coffin Bay staat bekend om zijn oesters. Niet veel verder van de camping is er een beachbarreke waar je vanaf vier uur oesters kan eten aan halve prijs; twaalf dollar voor een dozijn (65 eurocent per stuk). Belachelijk goedkoop dus. Ze waren alvast overheerlijk! ’s Avonds gingen we met zijn twee nog eens goed eten in 1802 Oyster Bar. We genoten van nog betere oesters, een Sea Food schotel om te delen, een goede fles wijn en een kaasplankje als afsluiter. Super lekker! Onderweg naar de camping zagen we enkele kangoeroes in de voortuinen van de mensen. Voor we gingen slapen kwamen er ook nog een hele hoop kangoeroes langs onze tent grazen en rondhuppelen.
We ontbeten aan de Jetty en zagen weer enkele dolfijnen zwemmen. Een bezoek aan Coffin Bay is niet volledig zonder een bezoek te brengen aan de oester kwekerij. We deden een waterdichte broek aan en stapten door het water tot aan de oester kwekerij. Hier namen we plaats op bankjes in het water waar we uitleg kregen over de oesters. Hier leerden we dat oesters hier aankomen als ze tussen de 2mm en 5mm zijn. Coffin Bay en Tasmania zijn enige plekken ter wereld waar je oesters rechtstreeks uit hun eigen water mag eten zonder ze eerste grondig te filteren. Dat filterproces duurt soms enkele dagen. Gelukkig mochten we hier verschillende oesters rechtstreeks uit het water proeven. Wat waren deze lekker. Wauw! We kregen ook de kans om enkele oesters op de correcte manier te openen. Coffin Bay National Park sloegen we niet over. We reden richting Point Avoid en de Golden Island Lookout. Prachtige uitzichten konden ons verbazen. We waren ook blij dat we nog eens de volle oceaan konden bezichtigen. Niet veel verder namen we een snelle glimp van het Almonta Beach. Prachtig wit zand en azuur blauw water deed ons de ogen optrekken. Het paradijselijk gevoel begint zich te vormen. Ook hier waren we steeds alleen. Omdat de rest van het Nationaal Park enkel te bezichtigen is via een high clearance 4×4 besloten we om te overnachten op Yangie Bay. Een toffe en rustige plek bood ons de nodige nachtrust aan. Met zicht op het water en een ongelooflijk mooie sterrenhemel hadden we weeral niet te klagen.
De volgende dag vetrokken we naar Streaky Bay. We maakten enkele tussenstops bij het Cummings Monument en Locks Well Beach. Tijdens onze lunch in Venus Bay zagen we dolfijnen. We beginnen stilaan te denken dat deze beesten zich maar al te graag laten zien tijdens onze lunchpauzes. The Lonely Planet, onze bijbel, bevat veel informatie tijdens onze reis. We vonden via het boek The Murphies Haystacks. Dit zijn enorme stukken granietsteen die in open velden liggen. Niemand weet hoe ze er terecht zijn gekomen. Best impressionant om ze te zien. Wanneer we aankwamen in Streaky Bay gingen we op zoek naar een camping maar jammer genoeg waren alle plekken aan het water al bezet. Sinds onze overnachting aan het water doen we niet meer voor minder :-D. Via WikiCamps vonden we 20 kilometer verder een gratis spot. Deze zou gelegen zijn aan het strand. De weg naar daar was vrij zanderig maar goed onderhouden. De plek zelf was iets minder gemakkelijk te bereiken, via 4×4 tracks, maar we kwamen er veilig aan. Alleen konden we niet echt zo goed zien waar we veilig onze auto en awning kwijt konden. We besloten dan maar terug te rijden naar het dorp en een andere camping te zoeken. De tweede camping had zeer ruime plekken, was iets verder uit het dorp gelegen en was op wandelafstand van het strand. We waren vrij laat op deze camping dus besloten we iets te gaan eten in het dorp. Snel haastten we ons om voor het donker thuis te zijn. We wilden immers geen kangoeroes omver rijden. Dit deden we dan ook ook tegen een trager tempo. Aan het strand konden we een mooie zonsondergang meenemen. Mooie rode en paarse kleuren deden het water en de lucht op een schilderij lijken. Aangekomen op de camping hadden een 10-tal backpackers het zich vrij gezellig gemaakt. Ze speelden muziek, dronken bier en maakten het vrij laat met het nodig lawaai erbij. De campingeigenaar kwam al tweemaal vragen om stiller te zijn. Onze maat was vol en we reden met onze tent open op het dak tot achteraan de camping naar een rustigere plek.
De volgende ochtend werden die jongeren dan ook zonder aarzelen door de eigenaar verwijderd van de camping. Een regenloze onweersbui trok over ons hoofd en onze tent was dus snel ingepakt. Onderweg naar Ceduna kregen we dan ook nog eens een knetterende onweersbui op ons dak. We zijn beide alvast zeer benieuw hoe onze trip over de Nullarbor richting Esperance zal verlopen.
- almonta beach
- australië
- coffin bay
- cummings monument
- eyre peninsula
- murphies haystacks
- nationaal park
- oceanië
- oesters
- port lincoln
- south australia
- stamford hill
- streaky bay
- yangie bay
Volgens mij eet en drinken jullie wa veel ???? Grapje. Toffe verhalen maar vermoeiend denk ik maar ben dan ook al een ouwe sasa.
Padré
Eindelijk eens tijd om jullie blog te lezen . Fijne blog mooie foto’s.
Heel tof ook het bezoek aan die oesterbanken.
Ja het leven hier in het Belgenland is ver weg!!!! haha
Vergeet vooral niet eens te rusten!!!!!! hihi
We zijn weeral bij met jullie avonturen!!!
Veel liefs moeke xxxxx