We rekenden ongeveer uit een week onderweg te zijn voor onze trip naar Cooper Pedy en terug. Voor we vertrokken deden we inkopen en tankten we de volledige auto vol. We strekten even onze benen en vertrokken op onze 600 kilometer lange tocht. Het is lang rijden, maar het loont. De ongerepte Outback vormt zich voor je ogen en met prachtige uitzichten en landschappen zover als je maar kan zien. Het is aangeraden om steeds gefocust voor je te kijken tijdens het rijden, want voor je het weet rijd je tegen een kangoeroe, schaap of koe. Zo heb ik plots moeten remmen voor een dood schaap op de weg. Volledig tot stilstand om het tegenliggend verkeer (één auto) door te laten. Het eerste dorpje op onze weg is Woomera. Dit dorp heeft een geschiedenis van nucleaire testen. Hier wonen een 130-tal mensen. Veel was hier niet te zien buiten enkele raketten en vliegtuigen. We aten onze lunch en reden verder. Inez had op de weg nog een leuke stopplaats gevonden; Lake Hart. Dit enorme zoutmeer staat ook bekend voor zijn nucleaire testen. Het was ongelooflijk. Een enorme witte uitgestrekte vlakte. We besloten om tot daar te wandelen. We namen ons gerief en Inez sloeg de autodeur dicht. Ze werd bleek, haar hart begon sneller te slaan en zei tegen mij; Ik heb de autosleutel in de auto laten liggen. Ik begreep het eerst niet zo goed, maar het bleek dus dat de auto volledig op slot was en de sleutel er nog in lag. We wisten even niet goed wat te doen maar hielden elkaar rustig en zochten naar oplossingen. Inez had al een geluk haar GSM nog en we hadden hier een klein beetje ontvangst. Ik had wat last van mentale stress omdat mijn GSM (om mijn suiker te meten) en al het andere gerief in de auto lag. Er stonden een aantal mensen op de parking. Ik ging hun vragen of iemand ervaring had met het inbreken in een auto. 😀 De twee mannen waren arbeiders die klaar waren met hun shift. Ze kwamen een kijkje nemen en braken enkele ijzeren stukken van een autowrak in de buurt af. Ze probeerden twee uur lang op verschillende manieren in de auto in te breken. Ondertussen zocht Inez al ijsberend online mogelijkheden om in een auto in te breken en belde ik met de wegenwacht. De wegenwacht kon ons helpen maar omdat we vrij ver afgelegen waren ging dat grapje ons 700 dollar kosten. Dan braken we liever ons kleinste raampje, dat was goedkoper. Uiteindelijk hebben we op het einde met een schroevendraaier de deur bovenaan een beetje opengeduwd en met een Colson-bandje het slot opengetrokken. Wat waren we blij en opgelucht! Snel snel profiteerden we nog even van de overgebleven tijd vooraleer het donker was om Lake Hart van dichterbij te bekijken. Het meer leek van dichtbij bevroren. De witte zoutkorst kraakte zoals sneeuw en ijs onder je voeten. We hadden de twee mannen die ons hielpen met de auto een traktatie beloofd in de pub in het volgende dorp. We reden verder en kwamen nog enkele overstekende schapen tegen. Een maaltijd en enkele biertjes verder sliepen we heerlijk op de camping spot van Glendambo. Het laatste dorp en de laatste tankplaats voor Cooper Pedy.
De volgende dag reden we van Glendambo richting Cooper Pedy. Na enkele kilometers rijden hadden we geen ontvangst meer. Wanneer je dan neerkijkt over de uitgestrekte landschappen voel je je echt wel helemaal alleen. Deugdoend maar toch ergens ook spannend. Langs de weg lagen weer verschillende karkassen van kangoeroes, schapen en koeien. Hier zagen we regelmatig grote arenden en gieren zich voederen. Wanneer die vogels naast je op de weg zitten en wegvliegen zie je pas hoe groot ze zijn. Kilometers lang rijden we verder. We spotten verschillende achtergelaten auto’s en autowrakken. Je komt verschillende veeboerderijen tegen waar de snelweg door hun velden loopt. Deze boerderijen zijn zo immens groot dat ze deze niet volledig kunnen afspannen langs de zijkant van de wegen. Wanneer je een ‘cattle station” nadert krijg je waarschuwingsborden dat je mogelijk loslopend vee op de weg tegenkomt. Elke boerderij start met een bord met GRID op. Hierbij rijd je over een ijzeren rooster om te voorkomen dat het vee via de weg ontsnapt. Die ijzeren roosters kom je bij ons in de Ardennen ook tegen om everzwijnen tegen te houden. Levend vee op de weg kwamen we gelukkig niet tegen. Overstekende kangoeroes doen ons remmen en een enorme grote dode koe op de weg doet ons de ogen opentrekken. Ongelooflijk, die honderden kilometers in de Outback rijden. Steeds oppassen is de boodschap! Als je dan genoeg hebt van al dat wildlife moet je zeker nog rekening houden met de vele ‘road trains’. Dit zijn immense vrachtwagens met soms 3 tot 5 trekkers achteraan, waardoor ze gemakkelijk 55 meter lang kunnen zijn. Deze zijn vaak verantwoordelijk voor het spoor van verniel dat ze achterlaten op de weg; het dode wildlife.
Aangekomen in Coober Pedy zagen we enorm veel hopen zand liggen van de verschillende oude en nieuwe Opaal mijnen in omstreken. Het Mad Max / Western sfeertje dat hier rondhangt is enorm. Niet te verwonderen, sinds dat opnames van Mad Max en Pitch Black hier plaatsvonden. We bezochten ’The Big Winch’ dat ons een 360 graden overzicht gaf op Cooper Pedy. Hier hing nogal een dood sfeertje maar het uitzicht was mooi. Er stonden overal kunstwerken die een licht luguber kantje hadden. Niet veel verder bezochten we het museum The Old Timers Mine. Hier deden we een zelfstandige tour door een oude mijn uit 1916. We leerden veel bij over Opaal, de geschiedenis van Cooper Pedy en de mijnen. In deze mijnen mag men bij wet niet meer verder zoeken naar Opaal, hierdoor zagen we enkele stukken Opaal die daar nog in de rotsen zitten maar niet ontgint mogen worden. Stukken van 40 000 Australische Dollar. Een beetje verder rijden bezochten we de Serbian Orthodox Church. Deze kerk werd volledig uit uit de rotsen gehouwen. We staken ter donatie elks een kaarsje van 2 dollar aan en reden verder naar het verblijf van Crocodile Harry. Deze man was een bekend figuur in Coober Pedy. Hij stond bekend als een drinker en feester. Stuimige feestjes met veel drank en seks werden gehouden in zijn ‘man cave’. Drie jaar geleden stierf hij en nu is zijn huis wereldbekend. Het hangt vol met postkaarten, foto’s, vlaggen, berichtjes, strings, beha’s en nog veel meer items die achter gelaten werden door fans en bezoekers. Niet uit te leggen. Bekijk de foto’s maar. In Coober Pedy wonen veel mensen onder de grond, om te ontsnappen aan de bloedhete temperaturen tijdens de zomer die kunnen oplopen tot 55 graden. Het is dus niet ongewoon om hier hotels te vinden die volledig uit de rotsen uitgehouwen zijn. We verbleven in het Underground Lookout Cave hotel, 12 meter onder grond. De temperatuur wordt hier geregeld via een luchtkoker en blijft hier een constante 20-25 graden. We genoten van een pizza en flesje wijn. Een verdiende nachtrust in een zalig bed deed deugd.
De volgende dag bezochten we Faye’s Underground Home & Mine. Hier kregen we een rondleiding van Grant. Wat een geweldige man! 😀 Faye was een pioneer in Coober Pedy in de Opaal business. Ze kwam in de jaren 60 naar Coober Pedy en begon samen met 2 vriendinnen (waar ze ook een relatie mee had) hun huis uit de rotsen te houwen. Naast hun domein bevond zich een mijn waar ze elke dag Opaal vond. Uiteindelijk verhuisde ze terug naar Sydney om haar oud leventje te verslijten. Sinds onze aankomst in Coober Pedy stak een bepaald winkeltje onze ogen uit; Waffles & Gems. Vandaag was het tijd om er even binnen te stappen en te smullen van een dessertje. Ik nam een Belgian Waffle en Inez nam een pannenkoek met ijs. Het was oké. Een Belg moet je natuurlijk niet veel leren over eten en zeker niet hoe je Belgian Waffles moet maken. Op ons lijstje stond ook nog een bezoekje aan Kanku. Hier kan je de Breakaways, The Dog Fence en The Moon Plain bezoeken. Na 11 kilometer inlands over een zandweg rijden kom je aan bij een zeer mooi landschap. Uitgestrekte lege vlaktes met kleurrijke zandrotsen. We reden naar verschillende lookouts waar we enorm genoten. Jammer genoeg was een deel van de weg nog dicht en konden we The Dog Fence en The Moon Plain niet bereiken. The Dog Fence (5 614 kilometer) is het langste hek ter wereld dat op deze locatie de Dingo’s buiten houdt. Op deze manier konden ze vroeger de schapen en koeien beschermen. We hadden graag een andere weg terug naar Port Augusta genomen omdat we anders de volledige snelweg terug moesten nemen. We checkten de road conditions online en aan de wegen zelf. Een groot bord bij de wegen toont aan in welke staat ze zijn en met welk voertuig je ze mag berijden. De eerste weg was volledig dicht. De tweede weg lag er oké bij, maar de rit van 167 kilometer ging ons 6 uur duren. Vooraleer dit avontuur te starten gingen we even bij de garage langs voor een full checkup en advies. De garagist voelde aan onze achterbanden en zei ons deze dringend te vervangen. Het profiel kwam er langs de binnenzijdes door. Dat betekende weeral kosten. We lieten extra stevige banden plaatsen. Achteraf bekeken hadden we niet veel zin om nog meer kapot te rijden en spraken we af de snelweg terug te nemen wanneer we terug richting Port Augusta rijden. De garagist vroeg ons om morgen terug te komen voor de volledige auto controle. Er zat niets anders op dan nog een nachtje in Coober Pedy te blijven en die spendeerden we dan terug in hetzelfde hotel. Niets te klagen want dat deed alleen maar deugd 😀 Na deugddoend telefoontje met Linde, kropen we in het heerlijke bed.
Op onze laatste dag in Coober Pedy zat er niets anders op dan nog even onze auto binnen te doen in de garage voor een full checkup. Alles bleek goed in orde te zijn. We polsten nog even of de Breakaways al terug volledig geopend waren. Nog steeds dicht. We rijden terug richting het zuiden. We reden rechtstreeks door naar Glendambo. We herschikten onze auto achteraan (voor de zoveelste keer) om hopelijk wat gewicht te verdelen. We aten een heerlijk zelfgemaakte risotto en kropen vroegen ons bed in.
We stonden om 6u op, vroeger dan normaal, maar de wind stond zo hevig dus was het verstandiger om de tent snel af te breken. Inez had afgesproken om te bellen met haar ‘friendinnen’. Dit vond ze enorm leuk en deed haar deugd. Nadien konden we vroeg vertrekken voor onze rit naar het zuiden. Onze eerst volgende stop was Port Lincoln. We kregen 6 uur lang regen en zeer wisselvallig weer op ons dak. Onderweg kwamen we maar liefst 20 dode kangoeroes tegen op de weg. Nog maar te zwijgen over diegene die naast de weg liggen. Één kangoeroe zat naast de weg en een andere kon het niet laten om de weg over te steken. Goed remmen dus. Aangekomen in Port Augusta kregen we de volledige lading regen en onweer op ons dak. Een 300 tal kilometer verder, nog een kangoeroe die langs de weg zat en mooie landschappen met de zee aan onze linkerkant kwamen we aan in Port Lincoln. Onze trip richting de West Coast kan nu echt beginnen. Hopen dat het weer snel mee zit.
Om jullie een beetje een duidelijker beeld te geven van het rijden in de Outback, kijk hieronder:
X Ely & Inez
Wat was het heeeeerlijk om ons Inezke nog eens te horen en zien!!! Echt van genoten! ????????????
Voor het verhaal en de foto’s een dikke tien. Voor de sleutel in de auto : dikke stress maar goed opgelost
Blijft boeiend. Tip : mss sleutel laten bijmaken ????
Padré